In de tweede aflevering van de BrainShare Podcast spreekt Sandra Kooij met prof. dr. Alejandro Arias Vásquez. Hij is Wetenschappelijk Onderzoeker bij het Donders Instituut, dat onderzoek doet naar de Hersenen, Cognitie en Gedrag aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Alejandro vertelt over zijn onderzoek naar het microbioom, de darmbacteriën en de relatie met psychiatrische stoornissen zoals AD(H)D. Wij vertellen je alvast in het kort wat er allemaal besproken is tijdens deze tweede aflevering. Wil je liever de podcast beluisteren, dan kan dat via YouTube of Spotify.
Wat betekent microbioom?
In en op ons lichaam zitten veel micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en schimmels. Samen vormen deze het microbioom. Het grootste gedeelte van dit microbioom bevindt zich in onze darmen. Welke bacteriën er in de darmen leven verschilt per persoon, jij hebt dus een ander microbioom dan ik! De eerste keer dat je te maken krijgt met deze bacteriën is vanaf de geboorte. Vanaf dat moment blijven we het microbioom (microbiota) gedurende ons leven vormgeven. Ons dieet, geslacht en onze genen hebben invloed op de samenstelling van ons eigen microbioom.
Wat is de functie van het microbioom?
Het microbioom is betrokken bij belangrijke gezondheidssystemen. We hebben deze bacteriën dus nodig voor een goede gezondheid! Het microbioom is bijvoorbeeld betrokken bij de training van ons immuunsysteem, maar is ook verantwoordelijk voor het produceren van specifieke stoffen die wij niet produceren. Daarnaast is het microbioom verantwoordelijk voor het verzenden van signalen tussen onze darmen en onze hersenen. Denk hier eens over na: wanneer jij iets eet wat bedorven is, waar voel je dan de misselijkheid? Dit voel je in je hoofd toch? Andersom wanneer je in een zeer stressvolle situatie zit, dan voel je dit in je buik. Onze hersenen en darmen communiceren constant en snel met elkaar.
Wat heeft het microbioom met AD(H)D te maken?
Een microbioom produceert specifieke stoffen die wij niet produceren. Sommigen van deze stoffen zijn de voorlopers, de bouwstenen van neurotransmitters. Neurotransmitters zijn stoffen die de communicatie tussen neuronen vergemakkelijken. De veranderingen in het aantal zichtbare neurotransmitters is een van de mechanismen die betrokken is bij AD(H)D, bijvoorbeeld dopamine of serotonine. Het microbioom produceert de voorlopers van dopamine, serotonine en andere neurotransmitters. De hypothese waaraan we momenteel werken, stelt dat de veranderingen in de beschikbaarheid van deze voorlopers het risico en misschien de ernst van AD(H)D kunnen minimaliseren. Dit betekent dat als we bacteriën hebben die de juiste hoeveelheid van deze voorlopers produceren, die van de darmen naar de hersenen kunnen gaan via de bloedsomloop, ze een effect kunnen hebben op de productie van neurotransmitters in de hersenen. Het leuke van dit idee is dat wij het microbioom kunnen veranderen. En als onze hypothese waar blijkt te zijn, zouden we de AD(H)D symptomatologie misschien kunnen veranderen, door klinische zorg aan te vullen met voedingsinterventies.
Kan je aan iemand zijn darmbacteriën zien of hij AD(H)D heeft?
De variabiliteit welke we nu zien op het microbioom is zeer groot. Het microbioom tussen twee willekeurige mensen is dus heel verschillend. Onze hypothese stelt dat er een soort gedeeld microbioom is tussen mensen met hetzelfde soort gedrag. Welke spelers er zijn in het microbioom weten we nog niet, maar we weten wel dat er een soort patroon is tussen mensen die hetzelfde soort gedrag laten zien. Gedrag is makkelijker te meten dan een specifieke stoornis, omdat mensen met dezelfde stoornis verschillend gedrag kunnen laten zien. Iedereen vertoont wel een beetje angst, een beetje depressie, of onoplettendheid. Het profiel van twee mensen met dezelfde stoornis komt dan ook niet precies overeen.
Is AD(H)D in de toekomst te verhelpen met een speciaal dieet?
Het is nog niet mogelijk om een dieet vast te stellen voor mensen met AD(H)D. De manier waarop voedsel opgenomen wordt in het lichaam is namelijk niet voor iedereen hetzelfde. We werken erg hard om te bepalen of een bepaald dieet een specifiek effect kan hebben op mensen met AD(H)D. En werken er hard aan om te ontdekken wat de rol is van darmbacteriën tussen voeding en gedrag. Als onze hypothese correct is zou het kunnen betekenen dat we in de toekomst behandelingen kunnen aanvullen met bijvoorbeeld voedingsinterventies, of met een fecale (poep) transplantatie. Onder fecale transplantatie verstaan we het transplanteren van het microbioom naar een persoon met AD(H)D van een donor zonder AD(H)D.
Wil je het gehele gesprek tussen Sandra Kooij en prof. dr. Alejandro Arias Vásquez nog eens beluisteren, luister dan naar onze BrainShare Podcast via YouTube of Spotify.